Burgeronderzoek laat zien: kwaliteit kleine wateren in de Bollenstreek ondermaats 

6  december 2023

Burgeronderzoekers hebben de waterkwaliteit in kleine wateren als sloten, kanalen en plassen gemeten in de Bollenstreek. Dit deden zij in het kader van het landelijke project Vang de Watermonsters. De conclusie: geen van de wateren heeft een goede waterkwaliteit. 

De Kaderrichtlijn Water is opgesteld om de waterkwaliteit in Europa te verbeteren. Monitoring van de waterkwaliteit wordt uitgevoerd in de grote wateren. Kleinere wateren, zoals sloten, kanalen en kleine plassen, worden hierin niet meegenomen, terwijl deze wel een aanzienlijk deel van het wateroppervlak van Nederland vormen. Om de ecologische toestand van deze wateren in kaart te brengen is het burgeronderzoek Vang de Watermonsters gestart.  Dit project wordt georganiseerd door onder meer Natuur & Milieu en het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW).  Dit jaar was het vijfde meetjaar.

In 2023 hebben burgerwetenschappers op 3292 locaties de waterkwaliteit gemeten verspreid over het land. In de Bollenstreek is gemeten op 36 locaties. De burgeronderzoekers scoorden plantenbedekking, helderheid en waterdieren, en namen monsters die werden geanalyseerd op de nutriënten stikstof en fosfor. De waterkwaliteit van alle metingen is met behulp van een maatlat ingedeeld in de categorieën ‘goed’, ‘matig’ en ‘slecht’. Een goede waterkwaliteit wordt gekenmerkt door helder water met weinig voedingsstoffen en voldoende onderwaterplanten en waterdiertjes.

Uit het onderzoek blijkt dat slechts 19% van de gemeten wateren in Nederland een goede waterkwaliteit heeft. In de Bollenstreek is zelfs geen van de gemeten wateren van goede kwaliteit en maar liefst 42% is als slechte kwaliteit beoordeeld. Afwezigheid van onderwaterplanten en hoge fosforconcentraties zijn de belangrijkste oorzaken hiervoor. 

Percentage metingen dat goed, matig, of slecht scoort voor het totale eindoordeel van de waterkwaliteit, de indicator onderwaterplanten, en de indicator nutriënten. De lichte balken geven de percentages weer van de landelijke metingen (3292 metingen), de donkere balken de percentages van de metingen in de Bollenstreek (36 metingen).

De gemiddelde fosforconcentratie in de Bollenstreek (1,38 mg/L) ligt beduidend hoger dan het landelijk gemiddelde (0,50 mg/L), en ruim boven de grens die gehanteerd wordt voor een goede waterkwaliteit (voor sloten geldt een bovengrens van 0,50 mg/L, voor andere typen wateren is deze grens nog lager). De gemiddelde stikstofconcentratie van de gemeten wateren in de Bollenstreek (1,72 mg/L) is daarentegen goed en vergelijkbaar met het landelijk gemiddelde (1,78 mg/L). 

Hoge nutriëntenconcentraties kunnen leiden tot eutrofiëringsproblemen, waarbij het water troebel wordt door een sterke algengroei en er geen onderwaterplanten meer kunnen groeien. Ondanks de hoge fosforconcentraties in de Bollenstreek is de helderheid van de meeste wateren goed (78%), wat betekent dat er in potentie voldoende licht aanwezig is die groei van onderwaterplanten mogelijk maakt. Desondanks worden in de meeste van deze heldere wateren geen onderwaterplanten aangetroffen. Mogelijk liggen hier andere factoren dan een hoge nutriëntenbelasting aan ten grondslag die de waterkwaliteit ook negatief beïnvloeden, zoals bestrijdingsmiddelen of begrazing door invasieve rivierkreeften.

In de Bollenstreek zijn hoge fosforconcentraties een bekend probleem. Bollengronden bestaan voornamelijk uit zandgronden die fosfor niet goed vast kunnen houden waardoor fosfor in de vorm van fosfaat sneller uitspoelt naar het water. Hoogheemraadschap Rijnland voert op bollenpercelen diverse experimenten uit met ijzerzand dat fosfaatuitspoeling moet voorkomen. Ook het verhogen van het organisch stofgehalte in de bodem is een manier om de bindingscapaciteit met fosfaat te verhogen. 

Percentage metingen dat goed, matig of slecht scoort voor de indicatoren helderheid en waterdieren. De lichte balken geven de percentages weer van de landelijke metingen (3292 metingen), de donkere balken de percentages van de metingen in de Bollenstreek (36 metingen).

Waterkwaliteit en Living Lab B7

In Living Lab B7 is een demoveld opgezet waarin geëxperimenteerd wordt met natuurinclusieve bollenteelt. Belangrijk aandachtspunt is het verbeteren van de bodemkwaliteit door het verhogen van het organisch stofgehalte. Daarnaast doen we onderzoek naar de relatie tussen biodiversiteit in de watergangen en biodiversiteit op het land. Insecten die vanuit het water het land op bewegen, zoals muggen, vormen mogelijk een belangrijke voedingsbron voor bollenvogels. Net als in het project Vang de Watermonsters meten we op verschillende locaties in de Bollenstreek waterdiertjes en met speciale vallen de hoeveelheid en diversiteit aan insecten die uit het water afkomstig zijn. Met deze kennis kunnen vervolgens adviezen gegeven worden voor gerichte maatregelen die de biodiversiteit in de percelen verbeterd.