Beelden van de Bollenstreek: Hoe landschapsperspectieven bepalend zijn voor de toekomst van de Bollenteelt


18 april 2024

Onderzoek naar landschapsbeelden onder diverse partijen in de Bollenstreek laat zien dat het openhouden van het landschap centraal staat. Dit zorgt voor steun voor het behoud van de bollenteelt, maar kan ook leiden tot beperkt herstel en behoud van biodiversiteit in het gebied. 

Living Lab B7 wil in de Bollenstreek werken aan biodiversiteitsverbetering. Daarbij kijken we onder andere naar de rol van sociale factoren die zowel de bollenteelt als het behoud van biodiversiteit beïnvloeden. Een van die factoren is het landschap zelf en de beelden die men van het landschap heeft. Hoe moet het landschap eruitzien? Wat is de rol van de bollenteelt in het landschap, en waar is er ruimte voor meer biodiversiteit? Landschapsbeelden bepalen bewust en onbewust het toekomstbeeld voor de Bollenstreek en daarmee ook welke acties voor biodiversiteitsverbetering mogelijk zijn. 

Susan de Koning is promovendus binnen Living Lab B7 en doet vanuit de Radboud Universiteit Nijmegen onderzoek naar landschapsgericht beleid en samenwerking voor biodiversiteitsherstel. Susan heeft de verschillende beelden van de Bollenstreek in kaart gebracht op basis van interviews, deelname aan bijeenkomsten, een workshop met telers en een analyse van beleidstukken van zowel overheden als boerenorganisaties zoals de LTO.

In totaal vond zij drie verschillende beelden van het landschap. Het eerste beeld is dat van een open en agrarisch landschap. In dit beeld staat de schoonheid van het landschap centraal die vooral ligt in de weidsheid en openheid van het landschap. Bedreigingen voor dit beeld van het landschap zijn daarom voornamelijk woningbouw, maar ook “verrommeling” door bijvoorbeeld bedrijfsgebouwen. Ondanks dat zien de stakeholders die die dit beeld delen de bollenteelt als de drager van dit gebied: het is de reden dat in de Bollenstreek nog steeds genoten kan worden van een open landschap. Om de bollenteelt te behouden zien zij daarom het liefst zo min mogelijk extra druk op telers in de vorm van strengere normen of wet- en regelgeving. De kansen voor biodiversiteit binnen dit landschapsbeeld liggen daarom vooral langs de perceelranden, bijvoorbeeld door het aanleggen van heggen en hagen. 

Het tweede beeld is dat van een economisch en duurzaam landschap. Ook hierbij staat het open landschap en de bollenteelt centraal, maar de stakeholders (voornamelijk bollentelers) zien het als taak van de ondernemers in het gebied om ervoor te zorgen dat de teelt wel meebeweegt met de maatschappelijke tendens richting een duurzamere samenleving. Steeds strenger wordende wet- en regelgeving is voor deze stakeholders de grootste bedreiging voor de bollenteelt en daarmee het landschap. In de praktijk betekent dat dat zij proactief aan de gang willen met experimenten voor een duurzamere teelt, en meer open staan voor verandering in de teelt dan stakeholders in het eerste beeld. Voorbeelden van deze experimenten zijn bijvoorbeeld het demoveld waarin Living Lab B7, de bollenjongens, Greenport Duin- en Bollenstreek en Agrifirm-GMN onderzoek doen naar extensieve en natuurinclusieve bollenteelt. Voor biodiversiteit liggen de kansen in dit landschapsbeeld vooral in het verlagen van de milieu-impact van de teelt, bijvoorbeeld door verminderde uitspoeling van fosfaat of lager gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.

Het derde beeld is dat van een biodivers en gezond landschap. Hierbij is openheid niet de belangrijkste prioriteit en kan bollenteelt daarom ook vervangen worden door bijvoorbeeld andere teelten, biologische bollenteelt of natuurinclusieve woningbouw. In vergelijking tot de eerste twee beelden is dit beeld slechts bij een aantal stakeholders aanwezig. Ook werd dit beeld niet gevonden in officiële stukken van organisaties die actief zijn in de streek. Een divers landschap (met bijvoorbeeld meer landschapselementen) met minder milieubelastende teelten staat in dit beeld centraal, maar hoe dit er precies uit moet zien is nog niet uitgekristalliseerd. 

De eerste twee landschapsbeelden zijn dominant in de Bollenstreek, zowel onder stakeholders als in het huidige beleid (bijvoorbeeld in het ISG-beleid). Andere ideeën over het landschap die misschien voor biodiversiteit gunstig zijn krijgen door deze dominantie lastig voet aan de grond. Zo zijn andere vormen van teelt (bijvoorbeeld groente- of kruidenteelt) niet mogelijk onder het ISG-beleid, de exportgerichtheid van de sector maakt het lastig om bijvoorbeeld naar biologisch om te schakelen en de hoge grondprijzen maken landschapselementen op het land onaantrekkelijk voor telers. 

De vraag is daarom hoe de streek binnen de kaders van het gewenste landschapsbeeld (open en agrarisch, maar ook economisch en duurzaam) toch kan zorgen voor voldoende bescherming en behoud van biodiversiteit. In het vervolgonderzoek zal specifiek gekeken worden naar drie initiatieven die hierbij een rol kunnen spelen; het demoveld, de nieuwe regiocertificering en het patrijzenproject van ANLV Geestgrond. Mocht je nu al meer willen weten over dit onderzoek, neem dan contact op met Susan de Koning via susan.dekoning@ru.nl of 06-31132786. 


Het gehele artikel (Engelstalig) is hier te lezen.